In de Europese Unie werd vorig jaar een recordaantal van ruim een miljard vliegpassagiers geteld. Dat betekent 71 miljoen meer dan een jaar eerder, zo blijkt uit cijfers van Eurostat, het statistiekbureau van de EU.
De grootste groep passagiers (47 procent) vloog vorig jaar naar een bestemming in een ander EU-land. Veel minder mensen (36 procent) reisden naar een bestemming buiten de Europese Unie, die 28 lidstaten telt. Minder dan een vijfde van de passagiers (17 procent) nam een binnenlandse vlucht.
De Britse luchthaven Heathrow was vorig jaar koploper binnen de EU, bijna 78 miljoen passagiers. Daarna volgt vliegveld Charles de Gaulle bij Parijs (69 miljoen passagiers). Schiphol staat op de derde plaats, met ongeveer 68 miljoen verwerkte passagiers. Als alleen naar vluchten binnen de EU wordt gekeken, dan staat Schiphol wel op de eerste plaats.
Uit de cijfers blijkt dat het aantal vliegtuigpassagiers in de Europese Unie al jaren groeit. In 2017 werden in totaal 1,043 miljard passagiers geteld. Dat zijn er 39 procent meer dan in 2009.
In Nederland ging het om ruim 76 miljoen passagiers. Dat is een plus van 8,4 procent ten opzichte van een jaar eerder.