Nieuw-Zeeland staat bekend om zijn wijngaarden en outdoor-avonturen, maar ook in de stad is er genoeg te doen. Een reis naar deze bestemming is de perfecte combinatie van de stad en het platteland op de Noord- en Zuideilanden.
Dag 1-3: Bijna een derde van de 4,5 miljoen inwoners van het land woont in Auckland, een stijlvolle stad op het Noordereiland. Verblijf in het Hilton, dat uitkijkt over de haven van Waitemata en een neem een sushi-lunch in Ebisu. Een 35 minuten durende tocht per veerboot brengt je naar het eiland Waiheke, waar je een brommer of auto bij de overloop kunt huren en van strand naar strand kunt rijden.
Dag 4-5: Vertrek in zuidelijke richting op de Thermal Explorer Highway langs glooiende heuvels naar de wijnstreek Hawke’s Bay. Daar vind je Black Barn Vineyards met een kunstgalerie, een restaurant en accommodaties. Vijftien minuten verderop, ligt Elephant Hill, een andere wijnmakerij die maaltijden langs de kust serveert. Buitentafels hebben hier uitzicht op een dunne strook van blauwe zee. Terug op Highway 2, ga je gedurende vier uur zuidwaarts naar Wellington, de hoofdstad, waar het intieme Ohtel om de hoek van Whitebait ligt, de perfecte plek voor om oesters te eten.
Dag 6-7: Vanaf Wellington stap je op de veerboot naar Picton op het Zuidereiland en rijd je vier uur zuidwaarts naar Christchurch, de grootste stad van het eiland. Het is de reis waard, alleen al voor de zeevruchten bij Fiddlesticks. Een uur verder naar het zuiden ligt Akaroa, de enige voormalige Franse nederzetting in Nieuw-Zeeland. De straatnamen zijn er in het Frans en je vindt er charmante terrasjes. Na de stad te hebben verkend, breng je de nacht door in het nabijgelegen Kokopu Estate, dat twee mooie huisjes en een kamer te huur heeft.
Nieuwsgierig naar de #3 bijzondere bestemming? Klik hier.
